Gisteravond in het hotel gedineerd met een Amerikaanse docent aan de universiteit van Tucson die ieder jaar komt fietsen in de Pyreneeën. Dit jaar dus Arreau als standplaats en alle collen in de omgeving doen. Hem bevalt de relaxte sfeer en gastvrijheid in deze omgeving wat ik alleen maar kan beamen. Ik vertelde mijn verhaal over mijn gebroken bout en hij kende de fietsenmaker in Argelès-Gazost waar ik langs was geweest. Wat is de wereld weer klein. Vanmorgen nog samen ontbeten, gegevens uitgewisseld en daarna op weg naar de volgende col: de Peyresourde waar de tour bijna ieder jaar langs komt, ook dit jaar. Een klim van meer dan 10 km in, jawel, weer de mist. In het restaurant op de top (Wim: de houten puzzels lagen er nog) kwamen 2 Nederlandse 100-collers binnen. Zij waren bezig met hun 2de col van de dag maar zij namen geen bagage mee op de fiets omdat ze een begeleidingsbusje hadden. Dat busje was in geen velden of wegen te bekennen dus zij daalden bibberend af in de mist met alleen maar armstukjes. Ik heb alles bij me dus ik ga "luxe" naar beneden: beenstukken, 4 lagen kleding en winterhandschoenen. Elk nadeel heeft zijn voordeel. De volgende col (Port de Balès) boezemde me angst in omdat ik dacht dat het weer zo'n smal boerenweggetje was dat ze tegen de berg aan hadden geplakt. Niets bleek minder waar omdat de relatief brede weg leidde naar een mini-wintersportplaatsje met daarna nog 6 km geleidelijke haarspelden naar de top in de, hoe kan het anders, mist. De afdaling was andere koek, veel steiler en langer, mijn vingers waren helemaal verkramd van het remmen. Mijn afdaling gaat de tour omhoog op 19 juli, dat wordt een slagveld. Het enige hotel in St. Béat was inmiddels gesloten dus via het Office du Tourisme een chambre d'hote in een klein kasteeltje beheerd door een NL echtpaar. Zij waren al helemaal aangepast aan de relaxtheid en laissez-faire van hun Franse omgeving.
Cols:
Col de Peyresourde
Port de Balès
Geen opmerkingen:
Een reactie posten